Paul zit aan de eettafel. Een uitgevouwen kaart van de Stevenshof heeft ‘ie voor zich. ‘Kom eens kijken schat’ zegt hij terwijl hij onze dochter op schoot neemt. ‘Hier woonde ik vroeger. En dan fietste ik zo naar de Annie van Hattemstraat. Daar woonde mijn beste vriend. En kijk, hier op het hoekje van de kaart, daar woont oma nu’.
Geen wederzijdse liefde
Hoewel opgegroeid in de Stevenshof is er van liefde tussen mijn vriend Paul en de wijk geen sprake. Onderweg vanuit de Merenwijk naar mijn schoonmoeder (die nog steeds in de Stevenshof woont) klinkt altijd gemopper. Er ligt een weg open, we staan in de file of kunnen nergens parkeren. ‘Het is dat mijn moeder hier woont maar anders…’
Crossen op het bouwterrein
Een half uur later, onze dochter is al lang afgehaakt, is Paul nog druk aan het vertellen: ‘Toen wij op de Maria Rutgersweg woonden keken we uit op de polder. Dat stuk erachter is later gekomen. Ik heb dat gebouwd zien worden. Wij gingen spelen in de zandhopen daar, crossen met de fiets. En het station, die bustunnel, die was er eerst niet. Ik moest mijn fiets een stalen brug op duwen, over het station heen. Anders kwam je niet in Voorschoten’.
Dagelijks onderwerp van gesprek
In de dagen die volgen, en door de afspraken voor het magazine, komt de Stevenshof steeds vaker ter sprake aan de eettafel. Ik lepel met gemak feitjes op over bouwplannen, straatnamen en architectuur. Bij elk vertrek naar de wijk spreek ik mijn dreigement uit: ‘Ik weet niet of ik nog terugkom’. Bij thuiskomst hoort Paul graag mijn verhalen aan.
Verhuizen
Paul vouwt de kaart in elkaar. ‘Dit is een mooie kaart hoor, die moet je bewaren’. Ik lach waarna Paul mij vragend aankijkt: ‘Voor iemand die een hekel heeft aan de Stevenshof lijk je steeds enthousiaster te worden’. Wie weet gaan we toch verhuizen?
En jij? Wat zijn jouw jeugdherinneringen aan de Stevenshof? Wij horen graag jouw verhalen.
Foto-credits: familie Onderwater